Van woensdag 25 t/m zondag 30 oktober organiseerde de Trans Europese Divisie (TED) haar jaarlijkse najaarszitting in Becici, Montenegro.
De Nederlandse Unie werd vertegenwoordigd door v.l.n.r. Frieda Souhuwat-Tomasoa (bestuurslid Generale Conferentie en TED), Rob de Raad (voorzitter), Rozita Panneflek-Reymond (penningmeester) en Frensly Panneflek (bestuurslid GCAS). Enrico Karg (algemeen secretaris) woonde het slot van de zitting bij.
Visie en strategie
Tijdens de najaarszitting werden verslagen van de voorzitter, secretaris, penningmeester, alle departementen en Unies van de TED gepresenteerd en afgestemd. In de presentatie van de Nederlandse Unie keek Rob de Raad vooral naar de toekomst waarbij de visie en strategie van onze Unie werd gepresenteerd. De uitdagende plannen waaronder stichting van tien nieuwe kerken in 2027 werd met grote waardering ontvangen.
Inspirerende sessie
Terugkijkend was het een inspirerende sessie met goede sprekers waaronder dr. Daniel Duda, voorzitter van de TED. Hij zei: ‘Dit is een plek waar jullie allemaal een stem hebben. Als je een mening hebt, een perspectief, deel het dan, want we willen een gesprek.’ Duda vervolgde: ‘Leiderschap is belangrijk, want de beslissingen die je neemt, maken een verschil’.
Namens de Nederlandse Unie zei vertegenwoordiger Frida Souhuwat-Tomasoa: ‘Ik ben me bewust van jongeren die de middelbare school met veel problemen hebben verlaten, en ik maak het mijn voornemen om meer in persoonlijk contact te staan met jongeren om me heen om te weten waar ze aan toe zijn.’
Jongeren
In reactie op het idee om jongere afgevaardigden de uitvoerende comités van TED en de Algemene Conferentie te laten bijwonen, reageerde Daniel Duda door te zeggen: ‘Ik ben zo blij dat zoveel unies vrouwen hebben gekozen als hun lekenvertegenwoordigers in het uitvoerend comité van TED. Frida van de Nederlandse Unie brengt een perspectief dat geen enkele 20-23-jarige kan evenaren. Hoeveel jonge mensen kun je in een afdelingscommissie hebben die soms de trage vooruitgang van de kerk kunnen verdragen? In bepaalde levensfasen willen jongeren dat de kerk sneller verandert. We moeten naar onze jongeren luisteren en we moeten een manier vinden om hen te betrekken bij het werk van een plaatselijke kerk en kerkelijke comités.’