Albert werd na de Tweede Wereldoorlog uitgezonden naar Nederlands-Indië om daar bij de medische hulptroepen te dienen. Bij terugkomst vergroeide zijn leven met dat van het gezin van zijn tien jaar oudere broer Teun, bij wie hij meer dan 50 jaar door de week en de laatste 10 jaar tot 2009 helemaal inwoonde.
Fouragehandel
Samen hadden ze een fouragehandel, waarbij Albert het veevoer per vrachtwagen afleverde bij klanten. Booij was jarenlang penningmeester van de gemeente Hoogeveen en heeft lange tijd de planten van de kerk verzorgd. Hij had zo zijn eigen kijk op zaken en uitte dat op zijn karakteristieke wijze: klip en klaar. Preken over Openbaring hadden zijn volle aandacht. Een levendige hoop op Jezus’ komst werd hierdoor elke keer versterkt. Zijn geloof was standvastig ongeacht zijn omstandigheden. Tot begin dit jaar was hij nog zelfredzaam.
Vredenoord
Maar na een flinke ziekte en ziekenhuisopname moest hij naar zorgcentrum Vredenoord verhuizen. Daar verloor hij steeds meer fysieke en mentale krachten. Deze achteruitgang vond hij lastig. Het kerkgebouw in Noordscheschut, dat vanaf de oprichting in belangrijke mate verbonden is geweest met de familie Booij, was tijdens de uitvaartdienst goed bezet. Door familieleden werd de levensloop van Booij beschreven en werd hij getypeerd als een harde werker, tuinliefhebber en iemand die graag met anderen van gedachten wisselde over maatschappelijke, politieke en Bijbelse onderwerpen. Voorganger ds. Jan Rokus Belder sprak over de hoop die Albert Booij had over het meemaken tijdens zijn leven van de komst van Jezus Christus.